Foto: Yumeko.
W: yumeko.nl
Dekbedden zijn er grofweg in twee soorten: van natuurlijk materiaal en van synthetisch materiaal. Het meest gebruikte natuurlijke materiaal is dons, maar er zijn ook andere natuurlijke vullingen zoals wol, katoen, bamboe en zelfs kamelenhaar. In opkomst is tencel, een natuurlijke en duurzame kunstvezel van eucalyptusbomen
Een donzen dekbed bestaat een laag fijne veertjes die zich onder het verendek van vogels zoals ganzen en eenden bevinden. Dons is in de regel gemend met veren. De beste dekbedden hebben een dons percentage van minimaal 65%. Echter, de ene dons is de andere niet. Dons isoleert beter naarmate de structuur fijnmaziger wordt en de dons uit grotere vlokken bestaat. Ganzen die een beter en langer leven hebben gehad krijgen automatisch mooier en grootvlokkiger dons. Synthetische (polyester) dekbedden
Dekbedden met een synthetische vulling zijn populair. In de praktijk betekent ‘synthetisch’ polyester of een variant daarvan. Je kunt ze wassen op 60° en daardoor geschikt als je allergisch bent voor huisstof(mijt). Het nadeel van veel synthetische dekbedden is dat ze transpiratievocht minder goed doorlaten en daardoor wat klam aan kunnen voelen. Doordat polyester warmte minder goed vast houdt zijn deze noodzakelijkerwijs zwaarder en dikker dan een donzen dekbed.
Wollen dekbedden zijn zwaar en niet goed wasbaar. Ze zijn wel warm en laten goed vocht door.
4-seizoenendekbedden
Een 4-seizoenendekbed bestaat uit 2 delen: een zomer- en een winterdekbed. Je kunt zo in de zomer kiezen voor een dunner dekbed en in de winter voor een dikkere. In veel gevallen worden beide delen gezamenlijk gebruikt, zeker in minder geïsoleerde woningen is dit extra comfortabel.
Warmteklassen
Dekbedden kennen een warmteklasse. Hoe lager het getal, hoe warmer het dekbed. Houd er wel rekening mee dat dit een indicatie is.